Doug MacLeod & 'Sir' Oliver Mally club: Meneer Frits concert report: Achiel Feyaerts - photo credits: Freddie |
Vandaag een dubbelconcert even de grens over in Eindhoven. In café Meneer Frits presenteert Ad van Meurs elke maandagavond akoestische concerten. Ad is zelf muzikant, maar vooral organisator en bezieler van deze muziek. Vandaag dus 2 muzikanten die veel gelijkenissen vertonen. Gestart met een elektrische band maar overgegaan naar solo akoestisch. Leggen hart en ziel in hun muziek, en hebben dezelfde invloeden. Vroeger en nu nog steeds. Maar ook alle 2 met humor. 'Sir' Oliver Mally komt uit Oostenrijk. Dat hoor je natuurlijk wel maar het stoort niet. De set bestaat uit een mix van eigen songs en die van z'n grote voorbeelden, z'n helden zoals hij ze noemt. Oliver is gedreven maar heeft ook duidelijk zelf plezier, wat hij onderstreept met humor. In de songs maar ook in de korte verhalen er tussen. Bij die humor hoort ook een kazoo. Hij opent met het gezapige 'See me in the Morning' en de trend is gezet. Geen muzikale hoogstandjes waar sommigen zich aan zondigen. Een man met zijn gitaar, ten dienste van het publiek. Simpel maar genietbaar, perfect voor dit luisterpubliek. 'Butterfly Girl' is licht als een vlinder terwijl 'Sugar Coated Love' een vrolijke shuffle is. Tijd voor z'n helden dan, 'The Cape' van Guy Clark en 'My old Friend the Blues' van Steve Earle. Het mag dan een beetje vrolijker, dus tijd voor de kazoe en 'You Can't Beat The Devil'. De kazoe is volgens Oliver trouwens een instrument voor wie de saxofoon niet onder de knie krijgt. Dat vrolijke gaat al vlug over in gevoelig en ingetogen met 'Sweet & Fine' en zelfs drama met 'Billy the Kid'. Dit is niet zomaar een zoveelste akoestische artiest, maar iemand die waardering verdient. Na het concert legt hij nog uit waarom de switch naar solo. Je doet je eigen ding zonder rekening te moeten houden met de band. Het is allemaal heel simpel. Een stoel in plaats van een groot podium en misschien het belangrijkste: het contact met het publiek. Daar doet een artiest als 'Sir' Oliver Mally het voor. playlist 'Sir' Oliver Mally: Doug MacLeod. Je leert de mens en de muzikant Doug MacLeod kennen door die verhalen. Hij verklaart ook elke keer waar de songs vandaan komen en wie de song beïnvloedde. Want Doug, of Dubb zoals Georges Harmonica Smith hem is beginnen noemen, brengt enkel eigen songs maar vindt inspiratie in het klassieke bluesverleden. En dan passeren al de blueslegendes. Hoe hij als 3-jarig jongetje Louis Jordan hoorde bij de buren. Dan als jonge man begon op bas, maar vlug overschakelde op gitaar. Want de bassist staat achteraan als het op meisjes versieren aankomt. Vervolgens B.B. King ging imiteren, waar hij fier op was tot iemand zei dat hij een eigen stijl moest zoeken. Hij leerde die eigen stijl door naar optreden te gaan van oude blueslegendes. Door te kijken hoe speelden en later samen op te treden of op tournee te gaan met hen. Namen als George 'Harmonica' Smith, Big Joe Turner, Pee Wee Crayton, Eddie 'Cleanhead' Vinson, Lowell Fulson and Big Mama Thornton. Al de oude bluesmannen waren overgeschakeld op elektrisch, dus vormde Dubb de 'Doug MacLeod Band'. Zoals hij te bewonderen was op Blues Peer in 1988. Maar kort daarna schakelde hij over op akoestische blues, en solo. Sindsdien won hij talrijke prijzen in die categorie. Concerten zijn akoestisch, maar ook de opnames cd's. Dikwijls met begeleiding van bekende muzikanten. Een Set van Doug is nooit hetzelfde, en verandert ook tijdens het optreden. Een playlist is een oriëntatie maar voor de rest overbodig. Hij gaat vooral voort op het gevoel van het moment, en het publiek. Rumoerig of muisstil, neutraal of meelevend bepalen de keuze van de songs. Openen doet hij met het rockende 'Raylene', een song ook op '54th And Vermont' zijn 1ste toen nog elektrische CD. Volgens een grappende Doud gekocht door 17 tevreden Duitsers, want daar opgenomen. En nu akoestisch op de nieuwe 'Exactly Like This'. Dan volgt er een variatie aan songs, door het ritme en de onderwerpen. Niet enkel van de nieuwe cd maar ook 'oude' songs. Met telkens het verhaal, waar is de song ontstaan, welke invloeden hoor je en allemaal met veel humor. Volgens Doug heel belangrijk in de blues. 'The Night of the Devil's Road' is een uptempo song met veel slide over de avonturen van een dominee een … vrouw. Vrouwen en de liefde zijn natuurlijk een dankbaar onderwerp in veel van Doug's songs. Alle soorten vrouwen, van huismoeders over vrouwelijke fans tot prostituees. Van een dominee naar de hemel voor een intieme balade: 'Heaven's The Only Place'. David 'Honeyboy' Edwards zei hem ooit geen 2 trage blues achter mekaar te spelen, “Somebody Might Get Hurt, and Iit Could Be You”. Dus weer voor tempo met 'She Boogieing'. Om weer te vertragen met 'Long Time Road'. Dan misschien wel het hoogtepunt van de avond. Zijn song 'Night Bird' werd opgenomen door Eva Cassidy en was veel te horen op de radio. Hij hoorde het de eerste keer van haar in de auto en ging langs de kant staan om te luisteren, tranen in de ogen. Doug vond die zo geweldig dat het zelf niet meer wou zingen.Tot Paul Jones vroeg het toch te doen. 'Rock It Till the Cows Come Home' is uiteraard een vrolijke boogie, nodig na zo een ingetogen moment. Idem voor de volgende song 'Welcome In Your Home'. Met de beste slide solo van de avond. Het was dan de bedoeling weer een 'love song' te brengen, maar op de vraag van Doug of er verliefde mensen waren in de zaal was het antwoord negatief. Dan maar weer humoristisch: Zu-Zu Woman. Dat zou een vrouw zijn die zo verliefd op je is dat je mag kruimelen in bed. Volgens Ernest Banks iets als een metafoor, door Danny Croy, de vaste bassist van Doug, omgevormd tot 'met her for'. Einde van een fantastische avond vol akoestische blues muziek. Met een luisterend publiek dat zelfs geen verzoeken had. Dat is ook wel logisch, alle muziek van Doug MacLeod is prima. Op de lange weg naar huis nog meer Doug MacLeod, namelijk de cd 'Exactly Like This'. Want van zo iemand krijg je nooit genoeg, zeker omdat het op cd, door bas, drum en piano begeleiding toch weer anders klinkt.
|
|